Vermogensopbouwperiode bij bijstand: Hoe lang duurt het?

De vermogensopbouwperiode is een regel binnen de Wet werk en bijstand (WWB) die aanvragers van bijstand respijt geeft. Normaal moet vermogen onder de vermogensgrens blijven, maar tijdens de opbouwperiode mag dit hoger zijn. In 2024 geldt voor alleenstaanden een periode van 2 maanden (of 4 weken bij her-aanvraag) waarin spaargeld of bezittingen niet direct meetellen. Dit geeft tijd om vermogen te besteden aan noodzakelijke zaken zoals schuldaflossing of onderhoud. Artikel 41 lid 2 WWB regelt deze uitzondering. Voor gehuwden of samenwonenden geldt een langere periode van 6 maanden bij eerste aanvraag. Overschrijding leidt tot afwijzing of stopzetting. Gemeenten toetsen streng: bewaar bonnetjes van uitgaven. Voorbeelden: verkoop van een auto telt mee als inkomen, tenzij binnen opbouwperiode. Raadpleeg de Participatiewet voor actuele wijzigingen. Tips: documenteer uitgaven en vraag vrijstelling aan bij bijzondere omstandigheden zoals ziekte. Deze regeling voorkomt dat mensen alles moeten opmaken voor bijstand. Controleer uw situatie via de gemeente voor persoonlijk advies.