Terug naar Encyclopedie

Uitzonderingen op de Transitievergoeding: Wanneer Heeft u Geen Recht?

Ontdek de belangrijkste uitzonderingen op de transitievergoeding, zoals bij verwijtbaar gedrag, faillissement of aflopende tijdelijke contracten. Leer wanneer u wél of geen recht heeft.

1 min leestijd

Hoewel de transitievergoeding een standaardrecht is bij ontslag, bestaan er diverse uitzonderingen waarin werkgevers niet verplicht zijn deze te betalen. Volgens artikel 7:673 lid 7 BW geldt geen vergoeding bij ontslag wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, zoals diefstal of fraude. Ook bij faillissement of surseance van betaling wordt de transitievergoeding vaak via de UWV-kurator afgehandeld, maar niet altijd volledig doorbetaald.

Bij tijdelijke contracten die aflopen zonder opzegging, is er geen recht op transitievergoeding. Voor werknemers ouder dan 50 jaar golden voor 2020 speciale regels, maar sindsdien geldt de standaardberekening. Bij reorganisaties kan een collectieve regeling de individuele vergoeding vervangen, mits deze gelijkwaardig is. Belangrijk: bij ontslag op eigen initiatief van de werknemer, zoals bij opzegging tijdens ziekte, vervalt het recht.

Werkgevers kunnen de vergoeding ook verrekenen met een vaststellingsovereenkomst, maar alleen als dit expliciet is afgesproken. In 2025 blijven deze uitzonderingen gelijk, maar controleer altijd de cao voor aanvullende afspraken. Twijfelt u? Raadpleeg een jurist om uw positie te bepalen en te voorkomen dat u ten onrechte wordt benadeeld.