Uithuisplaatsing betekent dat een kind tijdelijk niet meer thuis woont maar in een pleeggezin, gezinshuis of instelling. Dit is een ingrijpende maatregel die alleen wordt genomen als het echt niet anders kan.
Wanneer uithuisplaatsing?
Uithuisplaatsing kan worden gevraagd als:
- De veiligheid van het kind thuis niet kan worden gegarandeerd
- Een OTS onvoldoende bescherming biedt
- Het kind specialistische behandeling nodig heeft
- De thuissituatie dermate onveilig is dat het kind niet kan blijven
Vormen van uithuisplaatsing
| Vorm | Kenmerken |
|---|---|
| Pleeggezin (netwerkplaatsing) | Bij bekenden van het kind (familie, buren) |
| Pleeggezin (bestandplaatsing) | Bij onbekend pleeggezin |
| Gezinshuis | Kleinschalige woonvorm met professionals |
| Residentiële instelling | Grotere instelling met behandeling |
| Gesloten jeugdzorg | Gedwongen opname, kind kan niet weg |
Procedure
- De gecertificeerde instelling of Raad vraagt machtiging
- De kinderrechter beoordeelt het verzoek
- Ouders en kind (vanaf 12 jaar) worden gehoord
- Rechter geeft machtiging voor bepaalde duur
- Verlenging is mogelijk als dit nodig blijft
Duur
Een machtiging uithuisplaatsing wordt gegeven voor maximaal 12 maanden. Daarna moet worden geëvalueerd of verlenging nodig is. Het doel is altijd om toe te werken naar terugkeer naar huis of een ander permanent perspectief.
Rechten van ouders
- Recht op contact met het kind (bezoekregeling)
- Recht om geïnformeerd te worden
- Recht op inspraak in het hulpverleningsplan
- Recht om bezwaar te maken bij de rechter
Gesloten jeugdzorg
Bij gesloten jeugdzorg mag het kind de instelling niet verlaten. Hiervoor is een aparte rechterlijke machtiging nodig. Dit kan alleen bij ernstige gedragsproblemen of als het kind een gevaar vormt voor zichzelf of anderen.