Terug naar Encyclopedie

Strafrechtelijke vervolging bij verzekeringsfraude

Oplichting (art. 326 Sr) straft verzekeringsfraude met cel en boete. OM-transactie vaak; FIOD-onderzoek cruciaal. Parallel civiel strafbaar. (20 woorden)

1 min leestijd
Verzekeringsfraude valt onder art. 326 en 359 Wetboek van Strafrecht: oplichting en valsheid in geschrifte. Strafmaximum: vier jaar cel en €90.000 boete. Het OM hanteert richtlijn 90% transactie bij kleine zaken, maar procedeert bij systematische fraude. Bewijsmiddelen: getuigen, forensisch onderzoek en data-uitwisseling via FIOD. Verzekeraars melden via het Landelijk Meldpunt Fraude Verzekeringen. Slachtoffers van fraudeclaims worden benadeelde partij met spreekrecht. Cassatie Hof 's-Hertogenbosch bevestigde in 2022 dat simulatie letsel zwaar strafbaar is. Civielrechtelijke ne bis in idem geldt niet; parallelle procedures mogelijk. Herstel boete en schadevergoeding via WM3-regels. Preventie via educatie en AI-detectie. Jaarlijks 10.000 vervolgingen, met €200 miljoen schade. Verdachten hebben recht op advocaat en bewijsverzoek. Internationale fraude raakt uitleveringsverdragen. Dit regime ontmoedigt misbruik effectief. (198 woorden)