Rol van de Huurder in de Ontbindingsprocedure: Verweer en Bescherming
In de ontbindingsprocedure huurcontract heeft de huurder aanzienlijke rechten om zich te verweren tegen een vordering van de verhuurder. Volgens artikel 7:231 BW kan de huurder aantonen dat de tekortkoming niet ernstig genoeg is of dat deze is opgeheven. Een veelgebruikt verweer is het bieden van zekerheid voor betaling, zoals een borgstelling.
Mogelijkheden tot verweer
De huurder kan tijdens de procedure betalingsregelingen voorstellen of achterstand inhalen. Rechters toetsen of de huurder 'redelijkerwijs' kan worden verwacht de verplichtingen na te komen. Bij dringende zaken, zoals overlast, kan de rechter een voorlopige voorziening gelasten, maar de huurder mag dan vaak blijven tot de uitspraak.
Bescherming tegen ontruiming
Ontbinding leidt niet automatisch tot ontruiming; dit vereist een aparte procedure ex artikel 7:268 BW. Huurders hebben recht op hoor en wederhoor. Bij sociale huurwoningen gelden extra waarborgen via de Huurcommissie. Advies: schakel direct een huurrechtadvocaat in om nulliteit van de vordering in te roepen.
In de praktijk slagen veel verweerschriften, vooral als de huurder aantoont bereidwillig te zijn. Dit versterkt de positie van kwetsbare huurders.