Proeftijd in tijdelijke arbeidsovereenkomsten

Bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten gelden strikte regels voor proeftijd. Voor contracten korter dan zes maanden maximaal één maand, langer twee maanden, conform artikel 7:667a BW. Anders is de proeftijd nietig, met terugwerkende kracht. Dit is relevant bij uitzendkrachten of seizoenswerk. CAO's kunnen afwijkende regels stellen, maar nooit langer dan de wet. Een nietige proeftijd blokkeert eenzijdig ontslag en activeert ketenregeling (maximaal drie contracten, twee jaar). In de praktijk zien we dat uitzendbureaus vaak fouten maken, leidend tot claims. Bijvoorbeeld: een proeftijd in een tweewekelijkse opdracht is altijd nietig. Werknemers behouden dan ontslagbescherming en opbouw senioriteit. Advies voor werkgevers: integreer proeftijd in de Uitzend-CAO en vermeld expliciet. Werknemers: controleer bij indiensttreding. Bij geschil, dien een verzoek in bij de kantonrechter voor nietigverklaring. Dit beschermt flexibele arbeidskrachten effectief. Recente wetswijzigingen in de Wet Werk en Zekerheid versterken deze positie. (197 woorden)