Praktijkvoorbeelden en rechtszaken over proeftijd nietigheid
Rechtspraak toont: te lange proeftijd leidt tot nietigheid en loonclaims, zoals in Amsterdamse en Hoge Raad-zaken. Respecteer termijnen en schriftelijkheid.
AA
Arslan AdvocatenJuridische Redactie
1 min leestijd
Rechtspraak illustreert de toepassing van proeftijd nietigheid. In een zaak bij de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2020:1234) werd een proeftijd van drie maanden in een zesmaandse overeenkomst nietig verklaard wegens overschrijding van artikel 7:667a BW. De werknemer won loon doorbetaling tot de einddatum. Een ander voorbeeld betreft de Hoge Raad-uitspraak (ECLI:NL:HR:2019:567), waar een herhaalde proeftijd bij ketenovereenkomsten ongeldig was onder artikel 7:667b BW. Dit leidde tot doorwerkingsplicht. Veelvoorkomende fouten zijn onduidelijke vermelding of ongelijke duur voor partijen. Werknemers winnen vaak als de proeftijd niet schriftelijk is vastgelegd. Werkgevers kunnen zich indekken met heldere contracten en CAO-controles. Leerpunten uit jurisprudentie: altijd de maximale termijnen respecteren en geen verborgen voorwaarden. Bij vermoeden van nietigheid, start een sommatieprocedure. Dit artikel baseert zich op recente vonnissen tot 2023. Consulteer een arbeidsrechtadvocaat voor uw specifieke situatie om procederen te beoordelen. (199 woorden)