Ontdek hoe partijen bij wederzijds goedvinden zelf de opzegtermijn bepalen, zonder vaste regels uit het BW. Flexibiliteit met risico's: tips voor veilige afspraken en einddata.
AA
Arslan AdvocatenJuridische Redactie
1 min leestijd
Bij wederzijds goedvinden van de huurbeëindiging geldt geen vaste wettelijke opzegtermijn zoals bij een eenzijdige opzegging. Partijen kunnen zelf een kortere of langere termijn afspreken, wat flexibiliteit biedt. Volgens artikel 7:271 BW kan de afgesproken datum direct na ondertekening ingaan, mits beide partijen akkoord gaan. Dit is ideaal voor huurders met een nieuwe woning of verhuurders die snel een nieuwe huurder willen. Belangrijk is om de einddatum expliciet in de overeenkomst te vermelden, inclusief overdracht van sleutels en inspectie van de woning. Zonder duidelijke datum riskeert men discussies over huurverplichtingen. Verhuurders moeten rekening houden met mogelijke schadeclaims als de woning niet leegstaat op de afgesproken datum. Huurders behouden vaak recht op terugbetaling van waarborgsom na controle. Om geschillen te voorkomen, raadpleeg een jurist voor de opstelling van een notariële akte of gedetailleerde brief. Praktijkvoorbeelden tonen aan dat flexibele termijnen leiden tot soepele overgangen, maar verbal agreements falen vaak in de rechtbank. Zorg voor getuigen of registratie bij de Huurcommissie voor extra bewijs.