Opzeggingstermijnen en procedures huurcontract

Opzegging van een huurcontract voor een woning volgt strikte regels uit BW Boek 7, Titel 3. Huurders hebben een opzegtermijn van één maand, mits schriftelijk en aangetekend. Verhuurders moeten drie maanden opzeggen voor onbepaalde tijdcontracten, met zwaarwegende reden zoals eigen gebruik. Bij huurprijzen onder de liberalisatiegrens geldt huurbescherming; opzegging vereist toestemming Huurcommissie. Vermeld in de opzeggingsbrief de einddatum en reden. Bij geen reactie geldt het contract als voortgezet. Tijdelijke contracten eindigen automatisch, maar huurder krijgt zes maanden huurbescherming. Ontbinding wegens wanprestatie, zoals niet betalen, vereist ingebrekestelling. Bewijs verzending cruciaal voor geldigheid. Bij corporatiehuur gelden aanvullende regels via de Woningwet. Voorkom bodemprocedure door mediation. Na opzegging plan je direct de eindinspectie. Foutieve opzegging leidt tot schadeclaims. Gebruik modelbrieven van de Rijksoverheid. Dit waarborgt soepele huurbeëindiging zonder geschillen. (201 woorden)