Terug naar Encyclopedie

Ontruimingsbescherming voor huurders bij wanprestatie

Ontruimingsbescherming eist rechterlijke goedkeuring bij wanprestatie. Huurders verdedigen zich met bewijs; bemiddeling voorkomt gedwongen vertrek. (21 woorden)

1 min leestijd
Ontruiming wegens wanprestatie (art. 7:231 BW) vereist rechterlijke toetsing. Gronden: huurachterstand (min. 3 maanden), ernstige overlast of illegaal gebruik. Procedure: dagvaarding, zitting kantonrechter, dwangsom mogelijk. Huurders hebben verweerrecht, bv. door betalingsbewijs of mantelzorg-argument (art. 7:274). Bij corona-uitstel gold tijdelijke regeling. Eerste waarschuwing verplicht voor redelijkheid. Voorbeelden: geluidsoverlast met proces-verbaal politie. Dringende ontruiming alleen bij gevaar (art. 7:236). Huurder mag niet zelf sloten veranderen. Kosten: griffierecht €85, deurwaarder. Alternatief: Huurteam-bemiddeling. Recente Wet goed verhuurderschap (2023) verplicht verhuurders te screenen en te waarschuwen. Bij expat-huur kortere termijnen, maar basisbescherming blijft. Tips: huurders lossen achterstand af via betalingsregeling; verhuurders documenteren meldingen. Na ontruiming: schadeclaim mogelijk. Dit waarborgt evenwicht tussen eigendomsrecht en woongenot. Zoek juridisch advies bij Juridisch Loket voor gratis hulp. Voorkom escalatie met dialoog. (198 woorden)