Een omgangsregeling bepaalt wanneer een kind bij welke ouder verblijft. Dit wordt vastgelegd in het ouderschapsplan of door de rechter bepaald.
Vormen van omgangsregeling
| Regeling | Verdeling | Voorbeeld |
|---|---|---|
| Co-ouderschap | 50/50 | Week op week af |
| Ruime omgang | 40/60 | 3 dagen per week + halve vakanties |
| Weekendregeling | 30/70 | Om het weekend + doordeweekse avond |
| Minimale omgang | 15/85 | Om het weekend zonder doordeweeks |
Elementen van een omgangsregeling
- Reguliere omgang: Weekritme, welke dagen bij welke ouder
- Vakanties: Verdeling schoolvakanties
- Feestdagen: Kerst, Pasen, verjaardagen
- Halen en brengen: Wie haalt en brengt
- Contact tussendoor: Bellen, videobellen
Factoren bij het bepalen
Bij het opstellen van een omgangsregeling wordt gekeken naar:
- Leeftijd en behoeften van het kind
- Schoolrooster en activiteiten
- Werktijden van de ouders
- Afstand tussen de woningen
- Wens van het kind (vooral bij oudere kinderen)
- Hechtingsrelatie met beide ouders
Wijzigen van de regeling
Een omgangsregeling kan worden gewijzigd als:
- Beide ouders het eens zijn (vastleggen in nieuw ouderschapsplan)
- Omstandigheden veranderen (verhuizing, nieuwe school)
- Het kind ouder wordt en andere behoeften krijgt
- De regeling niet werkt in de praktijk
Bij onenigheid
Als ouders het niet eens worden over de omgangsregeling:
- Probeer in gesprek tot overeenstemming te komen
- Schakel een mediator in
- Vraag de rechter om een regeling vast te stellen