Omgangsrecht is het recht van een kind om contact te hebben met beide ouders, ook na scheiding. Dit recht is vastgelegd in de wet en geldt ongeacht of een ouder gezag heeft.
Wettelijke basis
Het omgangsrecht is gebaseerd op twee pijlers:
- Recht van het kind: Artikel 8 EVRM en artikel 9 IVRK geven kinderen recht op contact met beide ouders
- Recht en plicht van de ouder: Een ouder heeft het recht én de plicht om omgang te hebben met het kind
Wie heeft recht op omgang?
| Persoon | Omgangsrecht |
|---|---|
| Ouder met gezag | Ja, vanzelfsprekend |
| Ouder zonder gezag | Ja, wettelijk recht |
| Grootouders | Mogelijk, moet worden aangevraagd |
| Stiefouder/ex-partner ouder | Mogelijk bij nauwe band met kind |
| Andere belangrijke personen | Mogelijk bij nauwe band met kind |
Omgang bij scheiding
Bij scheiding wordt de omgang geregeld in het ouderschapsplan. Hierin staat:
- Wanneer het kind bij welke ouder is
- Hoe vakanties en feestdagen worden verdeeld
- Hoe contact verloopt als het kind bij de andere ouder is
Omgang vaststellen door rechter
Als ouders het niet eens worden, kan de rechter een omgangsregeling vaststellen. De rechter kijkt naar:
- Het belang van het kind
- De leeftijd en behoeften van het kind
- De relatie tussen kind en ouder
- Praktische mogelijkheden (afstand, werk)
Begeleide omgang
Bij zorgen over de veiligheid kan de rechter begeleide omgang vaststellen. Het contact vindt dan plaats onder toezicht van een derde, bijvoorbeeld bij een omgangshuis.