Terug naar Encyclopedie

Invloed van Rome II op smartengeld en schadevergoeding bij verkeersongevallen

Rome II beïnvloedt smartengeldhoogte en vergoedingen bij verkeersongevallen. Leer over verschillen per land en hoe uitzonderingen hogere Nederlandse bedragen mogelijk maken.

1 min leestijd

Bij grensoverschrijdende verkeersongevallen bepaalt de Rome II-verordening welk recht de hoogte van smartengeld en andere vergoedingen regelt. Verschillen tussen EU-landen zijn groot: Nederlands recht kent vaak hogere immateriële schadevergoedingen dan bijvoorbeeld Duits recht.

Toepassing in de praktijk

De hoofdregel (artikel 4(1)) wijst naar het recht van de plaats delict. Een ongeluk in Spanje met Nederlandse slachtoffers leidt tot Spaans recht, met lagere smartengeldtarieven. Uitzondering via artikel 4(2) kan Nederlands recht activeren bij gemeenschappelijke woonplaats.

Schadeposten omvatten medische kosten, inkomensverlies en huishoudelijke hulp. Bewijslast verschilt: in Angelsaksische invloeden ligt deze bij de dader, terwijl continentaal recht strenger is voor slachtoffers.

Verjaringstermijnen variëren; drie jaar in Nederland versus twee in België. Rechtbanken passen Rome II strikt toe, zoals in zaak C-45/13 van het HvJEU, waar woonplaats doorslaggevend was.

Advies: Slachtoffers moeten woonplaats en delictplaats documenteren voor optimale claims. Verzekeraars gebruiken dit voor onderhandelingen.