Bij grensoverschrijdende criminaliteit werken landen samen via internationale rechtshulp. Dit omvat uitlevering, overdracht van strafvervolging en wederzijdse rechtshulp bij onderzoek.
Vormen van internationale rechtshulp
Uitlevering
Een verdachte of veroordeelde wordt overgedragen aan een ander land voor vervolging of tenuitvoerlegging van straf. Binnen de EU heet dit het Europees Aanhoudingsbevel (EAB).
Kleine rechtshulp
Landen helpen elkaar bij strafrechtelijk onderzoek door:
- Getuigen horen
- Documenten verstrekken
- Doorzoekingen uitvoeren
- Bankgegevens opvragen
Overdracht van strafvervolging
Een land draagt de vervolging over aan een ander land, bijvoorbeeld als de verdachte daar woont.
Overdracht van tenuitvoerlegging
Een veroordeelde kan zijn straf in eigen land uitzitten (WOTS - Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen).
Binnen de EU
Binnen de Europese Unie gelden vereenvoudigde procedures zoals:
- Europees Aanhoudingsbevel
- Europees Onderzoeksbevel
- Wederzijdse erkenning van vonnissen
Weigeringsgronden
Nederland kan rechtshulp weigeren bij:
- Politieke delicten
- Dreigende doodstraf
- Ne bis in idem (al vervolgd voor zelfde feit)
- Mensenrechtenschendingen