Bij huurachterstand of wanprestatie: volg de ontbindingsprocedure via de rechter en voorkom zelfhulp om juridische risico's te minimaliseren.
AA
Arslan AdvocatenJuridische Redactie
1 min leestijd
Wanprestatie door de huurder, zoals structurele huurachterstand, geeft de verhuurder grond voor ontbinding. Na twee maanden achterstand kan ingebrekestelling volgen, dan dagvaarding bij de kantonrechter. Bewijs vereist: aanmaningen en bankafschriften. Bij dringende zaken (overlast) geldt kort geding. Huurders kunnen betaling storten om ontbinding te voorkomen. De Wet goed verhuurderschap verplicht redelijke opzegtermijnen en hoor en wederhoor. Echter, bij huurders met bijzondere omstandigheden (ziekte, werkloosheid) toetst de rechter op redelijkheid. Ontbinding leidt tot ontruiming met hulp van de deurwaarder. Verhuurders mogen geen zelfhulp plegen, zoals slotenvervanging. Huurders kunnen verweer voeren met surseance van betaling. Alternatief: minnelijk akkoord via schuldhulpverlening. Rechterlijke toewijzing is dwingend. Dit procedeerichtlijn beschermt beide partijen tegen willekeur.