De gezamenlijke woning is vaak het grootste vermogensbestanddeel bij een scheiding. Er moet worden besloten wie er blijft wonen en hoe de woning wordt afgewikkeld.
Opties voor de woning
| Optie | Uitleg |
|---|---|
| Één partner neemt over | Koopt de ander uit, neemt hypotheek over |
| Verkopen | Woning verkopen, opbrengst verdelen |
| Tijdelijk aanhouden | Bijv. tot kinderen 18 zijn ('nesting') |
| Verhuren | Woning verhuren, huur delen |
Overname door één partner
Als één partner de woning wil overnemen, moet die:
- De helft van de overwaarde betalen aan de ex
- De hypotheek alleen kunnen dragen (inkomenstoets bank)
- De andere partner laten ontslaan uit hoofdelijke aansprakelijkheid
- Eventueel de woning laten taxeren
Wie mag in de woning blijven?
Als u het niet eens wordt over wie blijft wonen, kan de rechter een voorlopige regeling treffen. Factoren die meewegen:
- Bij wie verblijven de kinderen hoofdzakelijk
- Wie kan het best andere woonruimte vinden
- Wie heeft de woning het hardst nodig
- De eigendomssituatie
Huurwoning
Bij een huurwoning kan de rechter het huurrecht aan één partner toewijzen, ook als beiden op het contract staan. De ander moet dan vertrekken en de verhuurder moet dit accepteren.
Financiële aspecten
| Situatie | Gevolg |
|---|---|
| Overwaarde | Verdelen bij helfte (of conform voorwaarden) |
| Onderwaarde | Restschuld ook verdelen |
| Hypotheekrenteaftrek | Nog 2 jaar na vertrek voor vertrekkende partner |
| Eigenwonigforfait | Toegerekend aan bewonende partner |