Dubbele redelijkheidstoets in letselschade Den Haag
De dubbele redelijkheidstoets is een essentieel juridisch criterium in het Nederlandse letselschaderecht, specifiek voor Den Haag, om te beoordelen of buitengerechtelijke kosten (BGK) vergoedbaar zijn. Deze toets evalueert of de kosten redelijk zijn ten opzichte van de schade én de weg naar een schikking. Zo worden excessieve rekeningen voorkomen en blijft de kostenverdeling eerlijk bij letselclaims in de regio Den Haag.
Wat houdt de dubbele redelijkheidstoets in voor Haagse slachtoffers?
Bij letselschade in Den Haag, zoals na ongevallen op de drukke wegen of in het centrum, zijn buitengerechtelijke kosten (BGK) cruciaal. Dit omvat uitgaven voor advocaten of deskundigen vóór een zaak bij de Rechtbank Den Haag. De Hoge Raad ontwikkelde de dubbele redelijkheidstoets om vergoedbaarheid te toetsen via twee aspecten: redelijkheid tegenover de schade en tegenover de schikkingsinspanningen. Dit artikel bouwt voort op ons overzicht van BGK en is relevant voor inwoners van Den Haag.
De toets beschermt verzekeraars tegen te hoge bedragen, terwijl slachtoffers een faire vergoeding krijgen. Vooral bij personenschade door verkeersongevallen op de A4 of medische missers in Haagse ziekenhuizen is dit van belang.
Wettelijke grondslag van de dubbele redelijkheidstoets
Deze toets berust op artikel 6:96 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW), dat redelijke kosten buiten rechte compenseert. De Hoge Raad werkte dit uit in het arrest Posnanski (ECLI:NL:HR:2003:AF7096).
BGK moeten aan twee eisen voldoen:
- Redelijkheid tegenover de schade: Kosten mogen niet onevenredig zijn aan de totale claim. Bij een letsel van €5.000 in Den Haag passen €10.000 advocaatkosten niet.
- Redelijkheid tegenover de schikking: Uitgaven moeten passen bij de benodigde werkzaamheden voor een akkoord. Eenvoudige Haagse claims vereisen geen uitgebreide dossiers.
In arrest Van der Wiel (ECLI:NL:HR:2015:2594) preciseerde de Hoge Raad een objectieve beoordeling, rekening houdend met zaakcomplexiteit en lokale tarieven.
De twee onderdelen uitgelegd voor Den Haag
Eerste onderdeel: Redelijkheid tegenover de schade
Hier wordt BGK afgezet tegen de totale vergoeding. Ruwweg mogen kosten 25-30% bedragen. Bij immateriële schade zoals smartengeld is meer flexibiliteit.
Voorbeeld uit Den Haag: Na een fietsongeluk op de Fahrenheitstraat claimt u €20.000 (zorg en loonverlies). €6.000 BGK is acceptabel (binnen 30%). Bij €2.000 claim zou dit te veel zijn.
Tweede onderdeel: Redelijkheid tegenover de schikking
De noodzaak van werkzaamheden staat centraal. Waren Haagse expertises onmisbaar? De rechter toetst op proportionaliteit.
Voorbeeld: Bij een whiplash na een aanrijding bij Scheveningen is een medische keuring (€2.500) gerechtvaardigd. Onnodige brieven bij snelle erkenning niet.
Praktijkcases uit Haagse letselschade
Illustraties van de dubbele redelijkheidstoets in lokale context:
- Verkeersongeval lichte letsels op Binckhorst: €10.000 schade. €3.000 BGK voor onderhandelingen: voldoet (30%, noodzakelijk). Volledige vergoeding.
- Medische fout in Den Haag: €100.000 schade. €25.000 voor deskundigen: redelijk door complexiteit. Goedgekeurd.
- Kleine val in centrum: €1.000 schade. €4.000 overbodige kosten: faalt. Vergoeding max €500.
Twisten lossen op bij de Rechtbank Den Haag of kantonrechter. Raadpleeg het Juridisch Loket Den Haag voor gratis advies.
Rechten en verplichtingen onder de toets
Slachtoffers in Den Haag mogen redelijke BGK claimen, maar moeten kosten matigen (art. 6:96 lid 2 BW):
- Rechten:
- Volledige betaling bij slagen toets.
- Detaljering door uw adviseur.
- Rechterlijke toetsing bij weigering.
- Plichten:
- Onderbouwde declaraties.
- Geen excessen.
- Snelle schademelding.
Verzekeraars erkennen redelijke kosten, maar toetsen excessen. Bij vragen: Juridisch Loket Den Haag.
| Aspect | Redelijk voorbeeld Den Haag | --- ## Frequently Asked Questions
|---|