Drugsdelicten zijn geregeld in de Opiumwet. Van bezit voor eigen gebruik tot internationale handel: de straffen lopen sterk uiteen afhankelijk van het type drug en de hoeveelheid.
De Opiumwet
De Opiumwet onderscheidt harddrugs (Lijst I) en softdrugs (Lijst II).
Lijst I (harddrugs)
- Heroïne, cocaïne
- Amfetamine, MDMA (XTC)
- LSD, GHB
- Methadon
Lijst II (softdrugs)
- Cannabis (wiet, hasj)
- Paddo's (gedroogd)
- Slaap- en kalmeringsmiddelen
Strafbare gedragingen
De Opiumwet kent verschillende strafbare handelingen.
Overzicht
| Handeling | Lijst I max. | Lijst II max. |
|---|---|---|
| Bezit | 4 jaar | 2 jaar |
| Handel/verkoop | 8 jaar | 4 jaar |
| In- of uitvoer | 12 jaar | 4 jaar |
| Productie | 8 jaar | 4 jaar |
Gedoogbeleid cannabis
Nederland kent een gedoogbeleid voor cannabis, maar dit is beperkt.
Gedoogcriteria coffeeshops
- Geen affichering (reclame)
- Geen harddrugs
- Geen overlast
- Geen verkoop aan minderjarigen
- Geen grote hoeveelheden (max. 5 gram per keer)
- Maximale handelsvoorraad 500 gram
Drugslaboratorium
De productie van synthetische drugs (XTC, amfetamine) wordt zwaar bestraft.
Strafverzwaring
- Beroeps- of bedrijfsmatig: + 1/3
- Grote hoeveelheden: hogere straf
- Betrokkenheid criminele organisatie: apart strafbaar
Voorbereidingshandelingen
Ook voorbereiding van drugsdelicten is strafbaar (art. 10a Opiumwet).
Voorbeelden
- Bezitten van grondstoffen (PMK, BMK)
- Opslag van apparatuur
- Verhuren van pand voor productie